Tijdens de basisschoolperiode maken kinderen een enorme motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling door. Niet elk kind volgt dit tempo vanzelf. Kinderfysiotherapie helpt bij het ondersteunen van deze groei wanneer het bewegen minder soepel gaat. Dit voorkomt achterstanden en vergroot het zelfvertrouwen.

Kinderen leren in deze fase fietsen, zwemmen, schrijven en deelnemen aan sport en spel. Wanneer dit niet lukt of moeizaam verloopt, kan dat invloed hebben op hun schoolprestaties en sociale contacten. De kinderfysiotherapeut kijkt gericht naar het motorisch functioneren en begeleidt het kind in zijn of haar eigen tempo.

De behandeling begint met een uitgebreide intake. Daarbij observeren we het kind tijdens gerichte opdrachten en spel. Ouders worden nauw betrokken en er wordt een persoonlijk behandelplan opgesteld. Alles gebeurt op een kindvriendelijke en speelse manier, zodat oefenen leuk blijft en het kind gemotiveerd is.

Tijdens de sessies werkt het kind aan grove én fijne motoriek. Denk aan balvaardigheden, evenwicht, coördinatie of schrijfhouding. Ook worden er oefeningen meegegeven voor thuis. Ouders en school kunnen hierbij actief worden betrokken. Samen zorgen we voor een veilige, stimulerende omgeving waarin het kind vooruitgang boekt.

Vroegtijdig starten met kinderfysiotherapie voorkomt dat motorische problemen groter worden of het kind gaan belemmeren. Goed kunnen bewegen zorgt voor meer plezier in sport, spel én leren. Zo krijgt het kind een stevige basis voor de toekomst.

Een verwijzing van de huisarts is niet nodig. Je kunt direct contact opnemen voor een intake. Kinderfysiotherapie wordt vaak vergoed via de basisverzekering. Vraag je zorgverzekeraar naar de precieze dekking.

Wanneer is kinderfysiotherapie geschikt voor kinderen van 4 tot 12 jaar?

Als jouw kind één of meer van de volgende kenmerken laat zien:

• Onhandig bewegen of vaak struikelen

• Problemen met evenwicht of coördinatie

• Moeite met balvaardigheid of gym op school

• Slechte schrijfhouding of handschrift

• Langzame of houterige motoriek

• Vermijden van sport of actief spel

• Pijn of vermoeidheid tijdens bewegen

• Laag zelfvertrouwen bij lichamelijke activiteiten

• Achterstand in fijne of grove motoriek ten opzichte van leeftijdsgenoten